Voorbereiding op de eerste communie

De website www.eerstecommunie.net is een online interactieve lessenreeks als voorbereiding op de eerste communie.
De inhoud is gericht op kinderen die actief deelnemen aan het leven van de gelovige gemeenschap en zich tevens voorbereiden op de eerste biecht.
De lessen die de liturgie behandelen, zijn afgestemd op de buitengewone vorm van de latijnse ritus.
De website gebruik je in klasverband of individueel, op een projectiescherm, computer of tablet.
De teksten uit de lessen kan je afdrukken. De website wordt gratis aangeboden en is niet beschikbaar in boekvorm.

Les 1

De Zondeval

In het begin schept de goede God Adam en Eva. Zij zijn de eerste mensen op aarde. Hij plaatst hen in een prachtige tuin, waar zij gelukkig zijn. Deze tuin is het Paradijs. In het paradijs leven Adam en Eva in vriendschap met God.

De goede God geeft Adam en Eva in het paradijs één gebod: zij mogen van alle bomen de vruchten eten, behalve van één boom; de boom van kennis van goed en kwaad. "Als jullie van deze boom de vruchten eten, moeten jullie sterven", zegt de goede God tot Adam en Eva. Daarmee wil Hij hun gehoorzaamheid testen.

De duivel, in de gedaante van een slang, verleidt Eva en Adam om van de verboden vrucht te eten.

Zij overtreden daardoor het gebod van God en begaan een zware zonde. Door hun ongehoorzaamheid doen Adam en Eva iets zeer slecht tegenover God, die enkel goed is.

Omdat Adam en Eva gezondigd hebben, verdienen zij de straf waarvoor God hun heeft gewaarschuwd, als zij niet naar Hem zouden luisteren. Nu moeten zij sterven. Een Engel verdrijft hen uit het Aards Paradijs.

Adam en Eva hebben berouw over hun zware zonde, die zij uit ongehoorzaamheid tegen de goede God begaan hebben. God vergeeft hen de schuld en Hij belooft hun een Redder, die hen van de slavernij aan de zonde zal verlossen: Onze Heer en Verlosser Jezus Christus.

Als ik een gebod van de goede God overtreed, bega ik een zonde
Als ik een zonde bega, ben ik ongehoorzaam aan God
Als ik aan de goede God ongehoorzaam ben, verdien ik een straf
Als ik berouw heb over de zonde, vergeeft mij de goede God mijn schuld
Wat begaan Adam en Eva, als zij Gods gebod overtreden?
Zij begaan een zonde.
Wat verdienen Adam en Eva, als zij de zonde begaan?
Zij verdienen een straf.
Wat is de straf voor Adam en Eva?
Zij moeten eenmaal sterven.
Zij moeten het Paradijs verlaten.
Wat doen Adam en Eva, opdat God hen hun schuld vergeeft?
Zij hebben berouw over hun zonde.

Les 2

De Verloren Zoon

Jezus vertelde een verhaal van een man die twee zonen heeft. De oudste is vlijtig, maar de jongste is lui en denkt enkel aan genieten. Op een dag vraagt de jongste aan zijn vader het geld dat hem als erfdeel toekomt en hij vertrekt naar een ver land. Daar verspilt hij al zijn geld met feesten. Wanneer hij niets meer heeft, breekt er een hongersnood uit. Omdat hij nu niets meer heeft, moet hij werk zoeken om niet te verhongeren. Zij geven hem de opdracht de varkens te hoeden. Hij wil graag van de schillen van de varkens mee-eten, maar niemand geeft ze hem.

Zo begint hij zich zijn nietsnuttige leven te berouwen. Hij zegt bij zichzelf: "In het huis van mijn vader hebben de knechten genoeg te eten, terwijl ik hier sterf van de honger. Ik zal naar mijn vader terugkeren en hem om vergeving vragen.

Ik zal hem zeggen, dat ik tegen hem gezondigd heb. Ik zal hem mijn schuld bekennen. Ik ben niet meer waard zijn zoon te heten. Tot straf mag hij mij als een knecht behandelen." Daarna maakt hij zich op om naar huis terug te keren. Wanneer zijn vader hem ziet komen, loopt hij hem tegemoet, omarmt en kust hem.

De verloren zoon valt op de knieën en bidt zijn vader berouwvol om vergiffenis van zijn zonden, die hij tegen hem begaan heeft. Zijn vader echter helpt hem overeind en beveelt de knechten om de berouwvolle zoon het beste kleed aan te doen, een ring aan de vinger te doen en schoenen te geven. Dan zorgt hij voor een groot feest voor zijn verloren zoon, die teruggevonden is.

De vader vergeeft zijn zoon, omdat de zoon zijn zonden tegen de vader berouwt, hem om vergeving vraagt en hem belooft zich te beteren.
Zo vergeeft de goede God de mensen, als zij hun zonden tegen Hem berouwen, Hem om vergeving vragen en Hem beloven zich te beteren.
De goede God doet zoals de vader van de verloren zoon. Hij vergeeft ons onze zonden in de heilige biecht
als wij Hem onze zonden bekennen
als wij over onze fouten berouw hebben
als wij voor onze misdaden boete doen
als wij bereid zijn ons te beteren
In de heilige biecht vervangt de priester de plaats van de goede God. De priester heeft de volmacht om in Naam van Onze Heer Jezus Christus zonden te vergeven.
Vertel het verhaal van de verloren zoon uit het geheugen na!
Wat moeten wij doen opdat de goede God onze zonden in de heilige biecht vergeeft?
Wij moeten aan de goede God onze schuld biechten.
Wij moeten over onze fouten berouw hebben.
Wij moeten voor onze zonden boete doen.
Wij moeten bereid zijn ons te beteren.
Biechten, Berouwen, Boeten en Beteren laat de straffen vergeteren!

Les 3

De Weg naar de Hemel

De goede God toont ons de weg naar de hemel door zijn geboden. Zij zijn de wegwijzers van God naar de hemel. Wie God graag ziet, gehoorzaamt Hem door zijn geboden te onderhouden en Jezus zegt: "Als jullie van Mij houden, onderhoud dan mijn geboden" (Johannesevangelie hoofdstuk 14, vers 15 = Joh. 14,15)

Ik ga op de steile en smalle weg naar de hemel, als ik het goede doe en het kwade vermijd. God helpt mij daarbij met zijn genade.

Ik ga op de brede en gemakkelijke weg naar de hel, als ik het kwade doe en het goede vermijd. De duivel verleidt mij daarbij tot de zonde.

Wie de geboden van God niet onderhoudt, is ongehoorzaam en ziet Hem niet graag. Hij begaat een zonde. Daarvoor straft de goede God hem.

"Jij hebt me de weg naar Ars gewezen, ik zal jou de weg naar de hemel wijzen." (Pastoor van Ars)

De wegwijzers naar de hemel zijn Gods geboden, die wij moeten onderhouden om niet in de hel terecht te komen.
Wat doen de mensen die op de weg naar de hemel gaan?
Wat doen de mensen, die op de weg naar de hel gaan?

Les 4

Het Verstand en de Wil

Hans is bezig met zijn huiswerk. Plotseling komt bij hem de gedachte op om buiten te gaan spelen. De duivel fluistert hem toe: "Laat het huiswerk liggen! Spelen is veel mooier!" De engelbewaarder echter herinnert Hans eraan, dat zijn moeder gezegd heeft: "Eerst moet je je huiswerk afmaken, daarna mag je gaan spelen"

Hans denkt na, wat hij zal doen...

Hans denkt na... Hij weet dus duidelijk dat hij iets slecht doet als hij zijn moeder niet gehoorzaamt.
Hans denkt na, wat hij zal doen... Hij wil dus met een duidelijke bedoeling iets slecht doen, als hij zijn moeder niet gehoorzaamt.
Ik bega een zonde, als ik de geboden van de goede God overtreed
wetens
willens
in een grotere zaak (is doodzonde)

Les 5

De Zonde

Wie een gebod van de goede God wetens (hij weet dat het zonde is) en willens (hij wil dat doen, hij wordt niet gedwongen) overtreedt, begaat een zonde. Maar niet alle zonden wegen even zwaar. Er zijn zonden die de ziel van de goede God scheiden; wij noemen dat doodzonden (of zware zonden). Er zijn ook zonden die de ziel voor God bevlekken; wij noemen dat dagelijkse zonden.

De dagelijkse zonde is een nalatigheid in het volgen van de geboden van de goede God. Wij blijven in zijn vriendschap
De doodzonde is een zware overtreding van de geboden van de goede God. Wij verliezen de vriendschap met God

Ge ziet een jongen die gaarne en blij naar de kerk gaat. Hij heeft een reine ziel. Zijn Engelbewaarder is tevreden over hem. Hij is in staat van genade. Daarom is de duivel niet te zien.

Deze jongen ziet de goede God niet meer zo gaarne. Hij twijfelt of hij nog wel naar de kerk toe zal gaan. Zijn Engelbewaarder is bezorgd over hem; de duivel lacht en staat op de loer. Dat is de dagelijkse zonde. De jongen bevindt zich nog wel in staat van genade, maar is in gevaar om in een doodzonde te vallen.

Hier bevindt de jongen zich in de macht van de duivel, omdat hij een doodzonde begaan heeft. Hij wil niet naar de kerk gaan om te biechten. De Engelbewaarder is droevig; de duivel is blij. Als de jongen met een doodzonde en zonder berouw sterft, komt hij in de hel.

Wanneer bega ik een zonde?
Ik bega een zonde, als ik de geboden van de goede God wetens en willens (en in het geval van een doodzonde in een belangrijke zaak) overtreed.
Welke zonden scheiden onze ziel van de goede God?
De doodzonden scheiden de ziel van de goede God.
Welke zonden bevlekken wel de ziel voor de goede God, maar scheiden ons niet van Hem?
De dagelijkse zonden bevlekken de ziel voor de goede God.
Waarom is de dagelijkse zonde gevaarlijk, ook al verliezen wij niet geheel de vriendschap met God?
De dagelijkse zonde is gevaarlijk, omdat wij daardoor gemakkelijker de doodzonde begaan.

Les 6

De Tien Geboden van God

Geboden over de liefde tot de goede God

Bovenal bemin één God
Zweer niet ijdel, vloek noch spot
Heilig steeds de dag des Heren

Geboden over de naastenliefde
(de mensen onder elkaar)

Vader, moeder zult gij eren
Dood niet, geef geen ergernis
Doe nooit wat onkuisheid is
Vlucht het stelen en bedriegen
Ook de achterklap en 't liegen
Wees steeds kuis in uw gemoed
En begeer nooit iemands goed

Les 6

Iº Gebod van God

Eerste Gebod van God:

Bovenal bemin één God

Ik wil geloven in God
Ik moet aan de Drievuldige God geloven
Ik moet alles geloven wat God ons door de Kerk leert
Ik moet het geloof verdedigen
Ik moet opletten bij de catechismus
Ik wil tot God bidden
Ik moet graag, aandachtig en eerbiedig bidden
Ik bid bij het opstaan, eten en slapen gaan
Ik zeg schietgebeden
Ik wil God bovenal beminnen
Ik denk graag aan God
Ik vervul graag de wil van God
Ik doe alles uit liefde tot God
Ik moet meer van God dan van de mensen houden

Les 6

IIº Gebod van God

Tweede Gebod van God:

Zweer niet ijdel, vloek noch spot

Ik wil niet vloeken
Ik mag heilige namen niet in toorn uitspreken
Ik moet heilige namen eerbiedigen
Ik wil heilige namen niet lichtzinnig in de mond nemen
Ik mag heilige namen niet lichtzinnig en zonder reden uitspreken
Ik moet heilige namen met eerbied uitspreken
Ik wil met heilige zaken eerbiedig omgaan
Met heilige zaken mag ik niet spelen
Ik mag niet spotten met heilige dingen
Heilige Namen zijn:
God
Jezus
Maria
Sacrament
Kruis
Heilige zaken zijn:
Kruisbeeld
Rozenkrans
Heiligenbeeld
Gebedenboek
Relikwie, Scapulier of medaille

Les 6

IIIº Gebod van God

Derde Gebod van God:

Heilig steeds de dag des Heren

Ik wil op zondag en op feestdagen naar de H. Mis gaan
De zondag is van God
In de heilige Mis kan ik God het beste loven en Hem danken
In de H. Mis krijg ik de hulp van Gods genade om heilig te worden
In de H. Mis bidt Jezus voor mij bij God de Vader
Ik wil op tijd in de H. Mis komen, niet te laat
Ik wil in de kerk eerbiedig zijn
Ik mag in de kerk de anderen niet storen
Ik moet in de kerk rustig en stil zijn
Ik mag op zondag niet onnodig werken
Ik mag op zondag geen zware arbeid doen zonder noodzaak
Ik mag op zondag uitrusten van het werk door een fatsoenlijke bezigheid

Les 6

IVº Gebod van God

Vierde Gebod van God:

Vader, moeder zult gij eren

Ik wil voor mijn ouders en leraren volgzaam zijn
De ouders en leraren zijn plaatsvervangers van God. Als ik aan hen gehoorzaam, gehoorzaam ik aan God
Ik moet gaarne, snel en blij (zonder klagen) gehoorzamen
Ik wil voor mijn ouders en leraren braaf zijn
Ik mag tegen mijn ouders of leraren niet brutaal of koppig zijn
Ik mag mijn ouders en leraren niets kwaads wensen
Ik mag ze niet uitschelden
Ik moet mijn ouders en leraren dankbaar zijn
Ik wil goed doen voor mijn ouders en hogergeplaatsten en voor hen bidden

Les 5

Vº Gebod van God

Vijfde Gebod van God:

Dood niet, geef geen ergernis

De Barmhartige Samaritaan

Een wetgeleerde vroeg Jezus: “Wie is mijn naaste?” Toen vertelde Jezus een gelijkenis: “Een man reisde eens van Jeruzalem naar Jericho, en viel in handen van rovers; ze schudden hem uit, verwondden hem vreselijk , en lieten hem half dood achter. Toevallig kwam er een priester die weg langs; hij zag hem, en ging voorbij. Ook een leviet kwam er langs; hij zag hem, en ging voorbij. Maar ook een Samaritaan, die op reis was, kwam er voorbij; hij zag hem, en kreeg medelijden.
Hij ging naar hem toe, verbond zijn wonden, en goot er olie en wijn op; daarna hief hij hem op zijn eigen lastdier, bracht hem naar een herberg, en zorgde voor hem. De volgende dag nam hij twee tienlingen, gaf ze de waard en zeide: Blijf voor hem zorgen, en wat ge er meer aan besteedt, zal ik bij mijn terugkomst vergoeden. Wat dunkt u; wie van de drie is de naaste geweest van hem, die in handen van de rovers viel?” Hij sprak: “Hij, die hem barmhartigheid bewees”. En Jezus zei hem: “Ga, en doe gij evenzo”.
Ik wil het leven van de mensen beschermen
Ik mag geen mens doden
Ik mag geen mens kwellen of pesten
Ik mag niemand lichamelijk of geestelijk beschadigen
Ik mag mij op niemand wreken
Ik wil voor alle mensen aardig en vriendelijk zijn
Ik mag anderen niet uitschelden
Ik mag met anderen niet spotten
Ik mag niet vechten met anderen
Ik mag anderen niet slaan of schoppen
Ik mag anderen niet haten
Ik wil voor alle mensen aardig en vriendelijk zijn
Ik mag anderen niet tot zonde verleiden
Ik moet anderen een goed voorbeeld geven en hulpvaardig zijn
Ik moet anderen vergeven
Ik moet anderen om vergeving vragen, als ik hen iets misdaan heb
Ik wil geen dieren kwellen

Les 5

VI/IXº Gebod van God

Zesde en Negende Gebod van God:

Doe nooit wat onkuisheid is

Wees steeds kuis in uw gemoed

De goede God heeft ons lichaam rein en heilig geschapen. Maar er zijn aan ons lichaam delen, die wij voor anderen steeds toegedekt houden en niet zonder reden aanraken. Deze delen heten schaamdelen. Men noemt ze zo, omdat men zich schamen moet, als men ze voor anderen ontbloot.
Een schaamtevolle mens praat daarover niet met anderen, als het niet nodig is. Wie echter de schaamdelen bij zichzelf of bij anderen zonder reden bekijkt of aanraakt, en wie over deze delen zonder reden spreekt, is schaamteloos of zedeloos en beledigt ook de goede God.
Ik wil in woorden en werken kuis zijn
Ik moet schaamdelen niet expres bekijken
Ik moet niet spreken over onzedige of onkuise zaken
Ik mag geen onzedige praat beluisteren
Ik mag niets onkuis doen, alleen of met anderen
Ik wil in gedachten en woorden kuis zijn
Ik mag geen onkuise zaken denken of wensen
Ik mag anderen niet verleiden tot zedeloze dingen
Ik moet de plaatsen vermijden, waar zedeloze dingen gebeuren
Ik moet de mensen mijden, die anderen tot zedeloosheid verleiden

Les 5

VII/Xº Gebod van God

Zevende en Tiende Gebod van God:

Vlucht het stelen en bedriegen

Begeer nooit iemands goed

Ik wil geen diefstal begaan
Ik mag vreemde zaken niet wegnemen
Ik mag vreemde zaken niet houden
Ik moet geleende zaken teruggeven
Ik moet gevonden voorwerpen aan de bezitter teruggeven
Ik wil geen schade berokkenen
Ik mag vreemde zaken niet beschadigen
Ik moet met geleende zaken zorgvuldig omgaan
Ik moet gemaakte schade weer herstellen
Ik wil niet snoepen
Ik mag geen zoetigheden wegnemen om ze op te eten
Ik moet eerst om toestemming vragen, als ik iets te eten wil hebben
Ik wil niet wensen iets te stelen of te beschadigen

Les 5

VIIIº Gebod van God

Achtste Gebod van God:

Vlucht de achterklap en 't liegen

Ik wil waarheidsgetrouw zijn
Ik mag noch in nood, noch voor de grap liegen
Ik mag niet huichelen, door iets in mijn voordeel of tot nadeel van anderen anders voor te stellen dan het is
Ik mag niet kwaadspreken, door over anderen onware dingen te zeggen of de schuld aan anderen te geven
Ik wil zwijgzaam zijn
Ik mag de fouten van anderen niet zonder reden verder vertellen
Ik mag de fouten van anderen niet overdrijven
Ik wil eerlijk zijn
Ik mag niet bedriegen
Ik mag niet vals spelen
De tong, waarop Jezus na de heilige Communie ligt, mag niet door een leugen bevlekt worden

Les 7

De Vijf Geboden van de Kerk

De 5 geboden van de Kerk

Zon- en feestdag zult gij eren.
Op boet- en vrijdag vlees ontberen.
Houd de vasten ongeschonden.

Biecht minstens eens per jaar uw zonden.
En nut rond Pasen 't Brood des Heren.

Iedere zondag moeten we naar de H. Mis gaan. Ook op de grote feestdagen van Kerstmis, Hemelvaart, Maria-Ten-Hemel-Opneming en Allerheiligen moeten we naar de H. Mis gaan
Op vastendagen mag men maar één volle maaltijd nemen. Verplichte vastendagen zijn Aswoensdag en Goede Vrijdag. Het vastengebod geldt voor Katholieken van het einde van hun 18de tot het begonnen 60ste levensjaar
Op onthoudingsdagen mag men geen vlees eten. Onthoudingsdagen zijn alle vrijdagen van het jaar en Aswoensdag. De onthouding van vlees geldt voor Katholieken vanaf het voleindigde 14de levensjaar
Op vrijdag moeten we een klein offer brengen, omdat Jezus dan voor ons aan het kruis gestorven is, daarom eten we geen vlees

Les 8

De Biecht

Als ik mijn ziel door een zonde bevlekt heb, wil ik zo vlug mogelijk biechten. In de biechtstoel zeg ik al mijn zonden aan de priester, opdat Jezus ze mij vergeeft. Om te biechten zijn zes dingen belangrijk.
Bidden
Bezinnen
Berouw
Beteren
Belijden
Boeten
Bidden Ik bid tot de Heilige Geest, opdat Hij mij helpt om een goede biecht te spreken.
‘Kom Heilige Geest, verlicht mijn verstand om mijn zonden te kennen en geef mij de genade om een oprecht berouw te verwekken!’
‘Sterk mij, opdat ik mij betere!’
Bezinnen Ik doe een gewetensonderzoek met behulp van een biechtspiegel. Het geweten is de stem van God in mijn ziel. Het zegt mij, wat goed en wat slecht is.
Het geweten zet mij aan tot het goede en zegt: "doe het!"
Het geweten waarschuwt mij voor het slechte en zegt: "doe het niet!"
Het geweten beloont mij als ik het goede gedaan heb
Het geweten berispt mij als ik het slechte gedaan heb
Berouw Het belangrijkste bij de biecht is het berouw. Zonder berouw is er ook geen vergiffenis van de zonden.
Akte van Berouw:
Mijn Heer en mijn God, het is mij leed dat ik tegen uw opperste Majesteit misdaan heb. Ik verfoei al mijn zonden, niet alleen omdat ik uw straffen heb verdiend, maar vooral omdat ze U mishagen, die oneindig volmaakt en alle liefde waardig zijt. Ik maak het vast voornemen mijn leven te beteren en de gelegenheden tot zonde te vluchten. In dit berouw wil ik leven en sterven.
Beteren Ik maak het goede voornemen de gelegenheden tot zonde te vluchten en de goede God niet meer te beledigen.
Jezus zei tegen de overspelige vrouw: “Ga heen en zondig voortaan niet meer!”
Belijden In de biechtstoel belijd ik mijn zonden die ik me door het gewetensonderzoek herinnerd heb.
Wees deemoedig en laat niets weg!
Boeten Na de biecht bid ik de penitentie of doe de boete, die mij de priester tot verzoening voor mijn zondenstraffen opgedragen heeft.
Ik wil Jezus danken voor de vergeving van mijn zonden

Les 9

Jezus komt tot ons

Om de mensen van de zonden te verlossen is Jezus een mensenkind geworden dat uit Maria geboren werd en door haar opgevoed is. Daarom heeft Jezus voor ons geleden en is Hij aan het Kruis gestorven, opdat wij het eeuwig leven zouden hebben. Jezus is op het Kruis gestorven om de mensen te redden.
Dit Kruisoffer hernieuwt Jezus in de H. Mis. In de consecratie wordt het brood veranderd in zijn Lichaam en de wijn in zijn Bloed. In de H. Communie ontvangen wij Jezus, die ons met zijn goddelijke genade voedt. Het Lichaam van Jezus dient tot spijs van onze zielen.
Wie is Jezus Christus?
Jezus is waarlijk God
Jezus is de tweede Goddelijke Persoon van de Allerheiligste Drievuldigheid.
Jezus is waarlijk mens
De hemelse Vader heeft zijn Zoon naar de aarde gezonden om de mensen van de zonden te verlossen.
Hoe komt Jezus tot ons?
In de stal van Bethlehem kwam de Zoon van God in een menselijke gestalte tot ons, opdat wij door zijn Kruisoffer tot eeuwig leven zouden geboren worden. Aan het Kruis heeft Jezus zijn vlees en bloed voor ons geofferd.
Op het altaar komt de Zoon van God tot ons onder de gedaante van brood en wijn. Door zijn kruisoffer kunnen wij het eeuwig leven verwerven. In de H. Mis geeft Jezus ons zijn vlees en bloed als spijs.
De heilige Communie is de goddelijke spijs voor de ziel om het eeuwig leven te verwerven
Als ons lichaam geen voedsel krijgt, sterven we lichamelijk
Als onze ziel geen voedsel krijgt, sterven we geestelijk
Wie is Jezus?
Jezus is waarlijk God en waarlijk mens.
Wat gebeurt er met het brood bij de consecratie van de H. Mis?
Het brood verandert in het Lichaam van Christus.
Wat gebeurt er met de wijn bij de consecratie van de H. Mis?
De wijn verandert in het Bloed van Christus.
Waarmee voedt Jezus onze ziel in de H. Communie?
Jezus voedt onze ziel in de H. Communie met zijn eigen Vlees en Bloed.

Les 10

De Voorafbeeldingen van het Altaarsacrament

Jezus stelde het Altaarsacrament (de H. Mis) niet in zonder eerst de mensen te beleren. Hij bereidde hen voor om zijn Lichaam en zijn Bloed te ontvangen in de H. Communie onder de gedaante van brood en van wijn.
Er zijn twee wonderen waardoor Jezus de mensen op het Altaarsacrament voorbereidde; de broodvermenigvuldiging en de verandering van water in wijn op de bruiloft te Kana.

Het wonder op de bruiloft te Kana

Te Kana in Galilea was er een bruiloft. De moeder van Jezus was erbij. Ook Jezus en zijn leerlingen waren op de bruiloft uitgenodigd. Toen de wijn op was, zei de moeder van Jezus aan haar Zoon: “Ze hebben geen wijn meer.” Aan de dienaren gebood zij alles te doen wat Hij hun zou zeggen. Nu stonden daar zes grote stenen kruiken.
Jezus sprak tot de dienaren: “Vul de kruiken met water!” De dienaren vulden de kruiken tot aan de rand. Dan zei Jezus tot hen: “Neem er nu van en breng het naar de spijzenmeester!” Zo gebeurde het. De Spijzenmeester was heel verbaast. Het water was namelijk in wijn veranderd! Dit was het eerste wonder van Jezus. Zo openbaarde Jezus zijn goddelijke macht, en zijn leerlingen geloofden in Hem.
Het wonder op de bruiloft te Kana openbaarde de goddelijke macht van Jezus, omdat Hij water in wijn kan veranderen.
Daardoor toont Jezus ons, dat Hij in het Altaarsacrament brood in zijn Vlees en wijn in zijn Bloed kan veranderen.
Wat verandert Jezus op de bruiloft te Kana?
Jezus verandert water in wijn.
Wat verandert Jezus in het Sacrament des Altaars?
Jezus verandert het water en de wijn in zijn bloed.

De wonderbare broodvermenigvuldiging

Jezus trok zich met zijn leerlingen terug op een eenzame plaats. Maar een grote menigte volgde hen. Toen Jezus de vele mensen zag, die niets te eten hadden, kreeg Hij medelijden met hen. Zijn leerlingen vonden een jongen die vijf broden en twee vissen bij zich had. Maar dat zou veel te weinig zijn voor zo veel mensen!
Jezus liet de mensen gaan zitten. Toen nam Hij de vijf broden en twee vissen, blikte op naar de hemel, zegende het, brak het en gaf het aan zijn leerlingen. Zij verdeelden het onder de mensen. Allen aten en hadden genoeg. Toen de leerlingen de overgebleven brokken verzamelden, vulden ze daarmee twaalf korven vol. Er waren daar ongeveer vijfduizend mannen, en daarbij nog vele vrouwen en kinderen.
De wonderbare broodvermenigvuldiging openbaart de goddelijke macht van Jezus.
Daardoor toont Jezus, dat Hij in het Sacrament des Altaars veel mensen met geestelijk voedsel voor de ziel kan spijzen, namelijk met zijn Vlees en Bloed, zodat zij het eeuwige leven kunnen verwerven.
Waarmee spijzigt Jezus de mensen bij de wonderbare broodvermenigvuldiging?
Met brood.
Waarmee spijzigt Jezus de mensen in het Altaarsacrament?
Met zijn Lichaam.

Les 11

De Instelling van het Sacrament des Altaars

Jezus is het ware hemelbrood
De volksmenigte wilde Jezus tot een aardse koning maken, omdat Hij de mensen op wonderbare wijze brood te eten had gegeven. Maar Jezus wijst deze aardse heerschappij af, omdat zijn Rijk niet van deze wereld is. Hij belooft de mensen daarentegen het hemelse Rijk en de hemelse spijs, die eeuwig leven verlenen. Jezus beloofde hen het ware hemelbrood: “Ik ben niet gekomen om het lichaam met brood te verzadigen. Ik ben gekomen om de ziel te voeden.
Ik zal ze met een hemelse spijs voeden, die eeuwig leven geeft. Deze spijs is mijn Lichaam.” De mensen morden echter tegen Jezus en wilden niet geloven, dat Hij hen zijn Lichaam als spijs geven kon. Daarom verlieten Hem veel leerlingen. De Apostelen bleven met Jezus achter. Jezus vroeg hen, of ook zij wilden weggaan. Toen zei Petrus: “Heer, naar wie zouden wij gaan? Gij hebt woorden van eeuwig leven.” De Apostelen geloofden in Hem en bleven bij Hem.
Het Laatste Avondmaal
Jezus is het levende brood dat uit de hemel nedergedaald is, om ons in de H. Communie zijn Lichaam van vlees en bloed als voedsel te geven. Bij het Laatste Avondmaal maakte de Heiland zijn belofte waar: Hij stelde het Altaarsacrament in, doordat Hij het brood in zijn Lichaam en de wijn in zijn Bloed veranderde.
Bij de woorden “Doet dit tot mijn gedachtenis” heeft Hij zijn Apostelen tot priester gewijd en hen de macht gegeven hetzelfde te doen. Van de Apostelen hebben de bisschoppen en de priesters de macht gekregen om het brood in het Lichaam van Christus en de wijn in het Bloed van Christus te veranderen. Zij doen dat in de Heilige Mis.
Wat heeft Jezus gedaan toen Hij sprak: “Dit is mijn Lichaam”?
Hij veranderde het brood in zijn Lichaam.
Wat heeft Jezus gedaan toen Hij sprak: “Dit is mijn Bloed”?
Hij veranderde de wijn in zijn Bloed.
Wat heeft Jezus gedaan toen Hij sprak: “Doet dit tot mijn gedachtenis”?
Hij heeft zijn apostelen tot priester gewijd.
Van wie hebben de bisschoppen en priesters de macht gekregen om in de heilige Mis het brood in het Lichaam en de wijn in het Bloed van Christus te veranderen?
Van de apostelen.

Les 12

Het Sacrament des Altaars

Jezus nam brood, zegende het, brak het en gaf het zijn leerlingen met de woorden: “Neemt en eet, dit is mijn Lichaam, dat voor u gegeven wordt.” Dan nam Hij de kelk met wijn, zegende hem en gaf hem zijn leerlingen met de woorden: “Neemt en drinkt allen hieruit, want dit is mijn Bloed, dat voor u en voor velen vergoten wordt.”
Daarop zei Jezus nog: “Doet dit tot gedachtenis aan Mij.” Met deze woorden stelde Jezus de priesterwijding in. Hij wijdde zijn Apostelen tot priesters en gaf hen de macht, het brood in zijn Lichaam en de wijn in zijn Bloed te veranderen.
Het Laatste Avondmaal was Jezus de eerste heilige Mis, op de avond voor zijn dood.
Bij elke heilige Mis draagt Jezus zijn lijden opnieuw aan de hemelse Vader op. Hij heeft het lijden op zich genomen tot verzoening voor onze zonden.
In het heilig Misoffer laat Jezus ons zijn Testament van zijn liefde na, dat Hij aan de priesters als erfdeel gegeven heeft, zodat zij het tot gedachtenis aan zijn bloedige kruisdood kunnen voortzetten.
In het Altaarsacrament voedt Jezus onze ziel met zijn eigen Vlees en Bloed, doordat Hij onder de gedaante van brood en wijn met zijn Godheid en mensheid tegenwoordig is.
Introibo ad altare Dei

De priester gaat naar het altaar en begint de heilige Mis met het kruisteken: In de naam van de Vader, en de Zoon, en de Heilige Geest.

Confiteor

Bij de gebeden aan de voet van het altaar bekennen de priester en de gelovigen hun zonden. De priester bidt God om vergiffenis van de zonden. Na de bekentenis en de bede om vergiffenis waagt de priester het om tot het altaar op te stijgen.

Kyrie eleison

De priester kust het altaar, dat een zinnebeeld van onze Heer Jezus Christus is, en bidt aan de epistelzijde het Introïtus. Dan gaat hij in het midden voor het altaar en bid: Heer ontferm u over ons.

Gloria in excelsis Deo

In de meeste heilige Missen bidt de priester daarop het Gloria, de lofzang der Engelen die aan de herders de geboorte van Jezus verkondigen.

Lezing

Na de oratie verkondigt de priester het woord Gods. Eerst de lezing aan de epistelzijde...

Evangelie

... dan het evangelie aan de evangeliezijde. Daarbij maakt de priester kruisjes uit eerbied voor de woorden en daden van onze Heer, waarover het evangelie ons bericht.

Credo

Op zon- en feestdagen houdt de priester een preek, waarin hij het woord Gods uitlegt. Dan bidt hij de geloofsbelijdenis in het midden voor het altaar. Hij buigt zijn knie bij de woorden: ‘Hij heeft vlees aangenomen door de Heilige Geest uit de Maagd Maria, en is mens geworden’.

Offerande

Bij de offerande draagt de priester offergaven op: brood en wijn. De priester spreekt de offerandegebeden tot de hemelse Vader en aanroept de Heilige Geest, opdat gaven zal heiligen.

Lavabo

De priester wast zijn handen aan de Epistelzijde, om met zuivere handen het offer van Jezus in de heilige Mis te voltrekken. Daarna bidt de priester om zijn offer en dat van de aanwezige gelovigen God welgevallig te maken.

Sanctus

De priester bidt de Secreta (een stil gebed) en stemt de prefatie aan. Dit is de plechtige lofprijzing van God, die met het driemaal heilig (Sanctus) afsluit: ‘Heilig, heilig, heilig zijt Gij, God der heerscharen; Hemel en aarde zijn vervuld van uw heerlijkheid...’

Miscanon

Na het Sanctus begint de canon van de Mis. De priester bidt stil, omdat zich nu het onvatbare geheim van de Consecratie gaat voltrekken. De priester is enkel nog daar voor God, om in vereniging met Jezus het wonder van de tegenwoordigstelling van het Lichaam en Bloed van onze Heiland onder de gedaanten brood en wijn te voltrekken.

Consecratie

Het hoogtepunt van de heilige Mis is de Consecratie. Door de woorden van de priester “Dit is mijn Lichaam” en “Dit is mijn Bloed” gebeurt het wonder: Brood en wijn worden het Lichaam en Bloed van Christus.

Pater noster

De priester sluit de canon van de Mis met een plechtige lofzang. Dan bidt hij het Onze Vader, dat ons op de Communie voorbereidt.

Agnus Dei

Vóór de nuttiging van de heilige Communie bidt de priester om vergeving van zijn zonden: ‘Lam Gods, dat wegneemt de zonden van de wereld, ontferm U over ons ...’ ‘O Heer, ik ben niet waardig ...’

Communie

De priester communiceert en brengt de aanwezige gelovigen het Lichaam van Christus: ‘Zie het Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt. . .’

Zegen

De priester bidt na de heilige Communie de postcommunie (post = na) aan de epistelzijde. Daarna gaat hij naar hetmidden van het altaar, vanwaar hij de zegen geeft.

Slotevangelie

Na de zegen wendt de priester zich naar de evangeliezijde, waar hij het slotevangelie leest.

Zet de woorden in de juiste volgorde van het verloop van een heilige Mis. De letters vormen één woord. Wie vindt het woord?
— Agnus Dei  W 
— Credo I 
— Consecratie K 
— Introibo ad altare Dei C 
— Offerande E 
— Communie A 
— Evangelie N 
— Kyrie Eleison M 
— Pater Noster D 
— Slotevangelie L 
— Lavabo B 
— Confiteor O 
— Miscanon N 
— Lezing U 
— Gloria in excelsis Deo M 
— Sanctus A 
— Zegen A 
Waarom kust de priester het altaar als hij na het Confiteor de trappen opgaat?
Het altaar is een zinnebeeld van onze Heer Jezus Christus.
Aan welke kant van het altaar staat het misboek als de priester de oratie bidt?
De epistelzijde
Bij welke woorden van de priester gebeurt de consecratie?
"Dit is mijn Lichaam" en "Dit is mijn Bloed".
Waarop bereidt het Onze vader ons voor?
Op de communie.
De priester draagt het woord Gods eerst bij de Lezing aan de Epistel-zijde, daarna het Evangelie aan de Evangelie–zijde voor.
Wat is het ‘Lavabo’?
Het wassen van de handen door de priester voor het voltrekken van de offer van Jezus in de heilige Mis.
Wat doet de priester, als hij bij het Credo de woorden zegt: “En hij heeft het vlees aangenomen door de Heilige Geest, uit de Maagd Maria en is mens geworden.”
Hij buigt zijn knie.
Wat betekend de Griekse uitdrukking ‘Kyrie eleison’?
Heer, ontferm U over ons.

Les 13

Jezus is in het Altaarsacrament

Door de verandering van het brood in het Lichaam, en de wijn in het Bloed van Christus, is Jezus in het altaarsacrament met Godheid en mensheid tegenwoordig. Deze werkelijke tegenwoordigheid van Christus in het Altaarsacrament blijft zolang bestaan tot zijn Lichaam gegeten en zijn Bloed gedronken worden.
Daarom duurt dit voort als de hostie in het tabernakel bewaart of in de monstrans uitgesteld wordt. Het eeuwige Licht toont ons dat de Heiland in het tabernakel aanwezig is.
Hoe noemen we de plaats waar het Altaarsacrament bewaard wordt?
Het tabernakel
Hoe noemen we het voorwerp, waarin het Altaarsacrament ter aanbidding wordt uitgesteld?
De monstrans
Waaraan herkennen we in een kerk of kapel dat Jezus in het Altaarsacrament tegenwoordig is?
Het branden van het eeuwig licht

Les 14

Hoe ontvang ik Jezus?

Hoe bereid ik mij voor op de heilige Communie?
Ik moet een rein hart hebben, dat niet bevlekt is door een doodzonde
Ik moet nuchter zijn: drie uur voor de heilige Communie niets eten en één uur voor de heilige Communie niets drinken (behalve water)
Wat zeg ik Jezus voor de H. Communie?
Jezus, ik geloof, dat Gij in de heilige Hostie aanwezig zijt
Jezus, ik verlang U in de heilige Hostie te ontvangen
Jezus, het doet mij leed, dat ik u beledigd heb
Jezus, ik offer U al mijn goede werken op
Jezus, help mij om U goed te ontvangen!
Jezus, ik bemin U, kom in mijn hart!
Hoe ga ik te Communie?
Ik ga met gevouwen handen de heilige Communie ontvangen
Ik ga aandachtig te Communie en denk aan Jezus, die ik mag ontvangen
Ik maak een kniebuiging voor ik op de communiebank neerkniel
Ik maak een kniebuiging als ik van de communiebank ben opgestaan
Ik ga met een eerbiedige houding naar mijn plaats terug
Wat doe ik als de heilige Communie ontvangen heb?

Les 15

Wat is nodig om de H. Mis op te dragen?

Eerst legt de priester een wit amict op zijn schouders. Wit is de kleur van onschuld en heiligheid. Daarna doet hij een witte albe aan en omgordt zich met het cingel. Dan doet hij de manipel om de linkeronderarm en hangt de lange stola om zijn nek, die hij van voor over de borst kruist. Tenslotte werpt hij het kazuifel over zich heen.

Bij elke H. Mis bereidt de priester eerst de miskelk voor, waarin hij eerst het kelkdoekje legt. Na de heilige Communie maakt hij daarmee de kelk, zijn vingers en de lippen schoon. Dan legt de priester de pateen met de hostie op de kelk, die hij met de palla bedekt. Daarover legt hij een kelkvelum In de bursa, die hij daarop legt, zit het corporale, dat de priester uitspreidt op het altaar en waarop de kelk komt te staan.